8 Tips om veilig te fietsen
1. Controleer de staat van je fiets voor je de weg opgaat. Je fiets moet uitgerust zijn met:
- Een bel.
- Goede remmen voor- en achteraan.
- Een geel of wit voorlicht.
- Een rood achterlicht
- Reflectoren voor- en achteraan, op de pedalen en zelfs op de wielen.
2. Respecteer de wegcode:
- Ook al heb je voorrang, rijd proactief en anticipeer op het gedrag van anderen.
- Je mag meestal hoogstens met twee fietsers naast elkaar rijden. Buiten de bebouwde kom moet je achter elkaar fietsen als er achter je een auto nadert.
- Op sommige kruispunten kan je ook 'vierkant groen' tegenkomen: het groene silhouet van een fietser omringd met pijltjes. Bij dit groen licht mogen alle fietsers en voetgangers tegelijk oversteken. Er mogen tijdens zo’n fase geen andere voertuigen het kruispunt op.
3. Gebruik je smartphone niet op de fiets. Je bent afgeleid en dat kan leiden tot een ongeval.
4. Stap van je fiets als je een oversteekplaats voor voetgangers gebruikt. Als je dat niet doet, heb je geen voorrang.
5. Moet je de weg op met de fiets als het donker is? Kies dan voor goed verlichte wegen. Zodra het donker wordt en als de zichtbaarheid minder dan 200 meter bedraagt, ben je verplicht je verlichting aan te doen. Zo ben je beter zichtbaar.
6. Fiets je bij slecht weer?
- Zet het zadel een beetje lager.
- Pas je rijgedrag aan.
- Fiets niet als het glad is.
7. Respecteer de andere weggebruikers.
8. Bescherm je tegen diefstal en laat je fiets graveren.
Wist je dat er ook oplossingen bestaan om jou als fietser, én je fiets te verzekeren? Contacteer ons om de beste oplossing samen met jou te overlopen.